Bronnen
Feministen van de tweede golf zagen de ongelijkheid in de samenleving weerspiegeld in het gezin. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat hier heel wat over gediscussieerd en geschreven werd. Ze pleitten voor een gelijke taakverdeling binnen het gezin. De linkse feministen stelden het kerngezin op zich, als basis voor de organisatie van de samenleving, in vraag.
In 1983 publiceerde Schoppenvrouw een dossier over het gezin. De feministische beweging was niet tegen het gezin op zich, klonk het, wel tegen het traditionele gezinsmodel. In de uitleg duiken zowel feministische als anti-kapitalistische argumenten op.
Dolle Mina riep moederdag uit tot "dag van de achtarmige automaat". In een pamflet leverden de Dolle Mina's kritiek op de ongelijke verdeling van huishoudelijke taken en het gebrek aan collectieve voorzieningen zoals kinderopvang.
Het rode boekje van de vouw(en) nam enkele getuigenissen op van vrouwen over de taakverdeling binnen hun gezin. Ze stelden vast dat ze volgens eenzelfde patroon leefden: vrouwen droegen de eindverantwoordelijkheid voor het huishouden, mannen hielpen slechts sporadisch.
1978 werd door de Verenigde Naties uitgeroepen tot Internationaal Jaar van het Kind. Het VOK maakte van de gelegenheid gebruik om een Vrouwendag te wijden aan kinderen, en met een specifiek eisenprogramma naar buiten te komen.
Vrouwen die het slachtoffer waren van geweld, konden in enkele steden terecht in een vluchthuis, opgericht en aangestuurd vanuit de feministische beweging. Meer over de aanpak en de achterliggende visie, lees je in passages uit het jaarverslag van het Gentse vluchthuis.
Lees je liever een uitgetypte versie van de bronnen? Download dan dit PDF-document.